Ad 5 Dansgames

Waar gaat het over?

Gamification, het gewenst gedrag (plezier beleven en tegelijkertijd leren over) motiveren door gewenst gedrag te verwerken in games.

Danspellen worden ingezet om de motivatie voor een les B&M te verhogen. Voorbeelden van dansspelen zijn: dansmemorie, danstermind, Ik ga op reis en ik dans en dansbingo.

  • De killer bijvoorbeeld wil graag winnen en heeft behoefte aan rangen en standen. Zijn beweegmotief is ‘Wat moet ik doen om het spel te kunnen winnen.’ Bij dansmemorie kan op tijd worden gewerkt. De killer weet dan welke tijd hij moet neerzetten om te winnen.
  • De achievers zijn leerlingen die graag willen leren en graag feedback ontvangen, Feedback op de uitvoering van de leerkracht of feedback door de regels van het betreffende spel zoals bijvoorbeeld danstermind.
  • De socialisers vinden het fijn om te dansen waarbij er interactie is met verschillende andere leerlingen. Bij dansmemorie kan er gedanst worden met verschillende partners. Ook kunnen de partners samen een passend dansniveau kiezen (easy, hard, very hard en unhuman). Hierdoor kunnen leerlingen ook van elkaar leren en kan een meer ervaren leerling een onervaren leerling ‘meenemen’.
  • De explorers zijn kinderen die graag meedenken in mogelijkheden. Vaak zijn het de kinderen die zeggen: ‘Juf, we kunnen ook nog…’. Deze kinderen zijn op zoek naar nieuwe mogelijkheden om te verwerken in het spel. Door deze kinderen mee te laten denken worden ze gemotiveerd om deel te (blijven) nemen.

KILLERS, ACHIEVERS, SOCIALISERS EN EXPLORERS

De bewegingsuitdaging van danspellen ligt in het spanningsveld tussen herkennen van bewegingen, onthouden van combinaties, het op de juiste manier uitvoeren van passen en combinaties van passen, van elkaar leren en elkaar helpen om verschillende niveaus te dansen met als doel het spel te winnen en/of een creatieve bijdrage te leveren.

Zelfstandig een passend dansniveau kiezen

Welke accenten kunnen we hierin aanbrengen?

E. Zelfstandig een bijdrage leveren aan het ontwerp

F. Zelfstandig of samen een passend dansniveau kiezen

G. Dansend de competitie aangaan met medeleerlingen


VOORBEELD - ACCENT: ZELFSTANDIG EEN BIJDRAGE LEVEREN AAN HET ONTWERP

Groep 6 danst het spel ‘Ik ga op reis en ik dans’. In het midden van de zaal ligt op een blok of kast een draaischijf met verschillende danskaarten die een accent aangeven. Om de draaischijf staan vier groepen. Een leerling van iedere groep draait de schijf en neemt het kaartje waarbij de schijf gestopt is, mee naar zijn groep.


De groep krijgt de opdracht om een dansbeweging te bedenken met het accent van het kaartje.

De accenten kunnen zijn:

  • In die 4 tellen zit een sprong;
  • In die 4 tellen zit een richtingsverandering;
  • In de 4 tellen zijn armbewegingen verwerkt;
  • In de 4 tellen is een danspas verwerkt;
  • Je mag alles zelf bedenken.


VOORBEELD - ACCENT: ZELFSTANDIG OF SAMEN EEN PASSEND DANSNIVEAU KIEZEN

VOORBEELD VAN EEN DANSKAART

Groep 6 speelt het spel dansmemorie. Een of twee leerlingen gaan naar de gang. Nadat deze leerling/leerlingen op de gaan staan maakt de rest van de klas tweetallen. Ieder tweetal pakt een memoriekaart bij de leerkracht. Op het memoriekaartje (zie voorbeeld) staan vier bewegingsmotieven van 8 of 16 tellen beschreven: easy, hard, very hard en unhuman. Het tweetal beslist welk niveau ze kiezen en oefenen het beschreven bewegingsmotief samen.

De opdracht voor het tweetal is dat het bewegingsmotief precies hetzelfde gedanst wordt. Op de dansmemoriekaart staat ook een QR code waarmee het bewegingsmotief op YouTube bekeken kan worden. Zodra ieder tweetal het bewegingsmotief onder de knie heeft, gaan de tweetallen kriskras door de zaal staan los van elkaar. De leerkracht start de hele groep samen weg zodat ieder tweetal op tel 1 tegelijk start. Daarna worden de leerlingen die op de gang stonden te wachten, erbij gehaald. De opdracht is om zo snel mogelijk de tweetallen die bij elkaar horen bij elkaar te brengen. Iedereen danst door totdat ieder tweetal ‘gevonden is.

Daarna gaan twee andere leerlingen naar de gang en worden nieuwe tweetallen gemaakt en ieder tweetal haalt een nieuwe dansmemoriekaart bij de leerkracht. De opdracht van de leerkracht voor de tweetallen is om een niveau hoger te kiezen dan de eerste ronde. De dansmemoriekaarten zijn ten aanzien van een bepaalde danspas methodisch opgebouwd en uitgebouwd.

Uitbouwen bij bewegen en muziek kan door:

  • Het toevoegen van arm bewegingen;
  • Het veranderen van het ritme van de beweging;
  • Het toevoegen van richtingsveranderingen;
  • Het combineren van verschillende passen;
  • De beweging polyritmisch te maken, armen en benen hebben een verschillend ritme.


VOORBEELD - ACCENT: DANSEN DE COMPETITIE AANGAAN MET MEDELEERLINGEN

Groep 8 speelt het spel danstermind. Groepjes leerlingen krijgen de opdracht om dansend de code te kraken die de leerkracht voor ieder groepje apart heeft opgeschreven. Wie raadt in de minste rondes de code?

Ook hier kunnen de groepjes kiezen uit vier niveaukaarten. Als een groepje vier bewegingsmotieven foutloos kan dansen krijgt dat groepje feedback van de leerkracht op de gedanste code.

Met deze feedback puzzelen de leerlingen opnieuw en als ze de combinatie foutloos kunnen dansen krijgen ze weer feedback van de leerkracht. Welk groepje kraakt de code in de minste rondes?


Begin, ervaar en beleef

Tot slot nog enkele relativerende en nuancerende opmerkingen. De mogelijkheden binnen de leerlijn bewegen en muziek zijn zo groot dat het verlammend kan werken. Daarbij komt dat deze leerlijn zich heel moeilijk in woorden laat ‘vangen’: het is en blijft vooral een beleving.

Met deze tekst is geprobeerd een beeld te geven van de mogelijkheden. De ervaring heeft geleerd dat:

  • Kinderen bewegen en muziek over het algemeen heel leuk vinden op voorwaarde dat muziek aansluit bij hun belevingswereld;
  • Het bijzondere, waardevolle en betekenisvolle activiteiten voor leerlingen zijn, mits ze goed worden aangeboden;
  • Het plezier en de beleving van de leerlingen mede afhankelijk is van het zelfvertrouwen en de passie waarmee de leerkracht een les(deel) bewegen en muziek presenteert.

Zonder woorden

Vaak zijn leerkrachten terughoudend, en bang om zelf in de fout te gaan. Dit is begrijpelijk maar als je de leerlingen geen ontwikkelingskansen wilt ontnemen is het van belang ‘gewoon’ te beginnen. Want wat is mooier dan samen met jouw leerlingen bewegen en muziek beleven en te ontdekken wat een waardevolle en fijne activiteiten het zijn.

En wees eerlijk, niets stimuleert meer dan in actie komen, over je eigen grenzen stappen en doen. Het biedt een kans die te mooi is om niet te pakken: voor jezelf en voor jouw leerlingen.

Veel plezier met deze uitdagende en spannende ervaringsreis.