De vakspecialist kiest steeds uit verschillende mogelijkheden om een activiteit aan te passen,
afhankelijk van wat (hij denkt dat) een leerling nodig heeft of om de activiteit weer aantrekkelijk
te maken. De praktijktheorie TTR is een krachtig hulpmiddel om activiteiten steeds weer opnieuw
op maat te maken.
Bewegingsonderwijs maakt het mogelijk om de algehele ontwikkeling van het kind zichtbaar te maken, daarop te anticiperen en deze te beïnvloeden. Niet het bewegen maar de leerling in al zijn facetten staat centraal in de gymles. De leerling wordt steeds uitgedaagd om bewegend de wereld te verkennen en te ervaren wat wel en nog niet lukt, zodat er een wil en gevoel ontstaan om nieuwe vaardigheden te leren.