Bijna de helft van de kinderen in Nederland beweegt te weinig (CBS, 2021). Kinderen zitten urenlang per dag en spelen minder buiten (Dellas et al., 2018, Snel, 2011; Kantar Public, 2018). Dat is een gemiste kans: wie op jonge leeftijd plezier ervaart in sport en bewegen, ontwikkelt dikwijls een actieve leefstijl op latere leeftijd (Loprinzi et al., 2015). Jong (aan)leren is later profiteren!
Er is een plek waar alle kinderen samenkomen: op school. Als bewegen ‘het nieuwe normaal’ wordt, dan hoort een beweegvriendelijke schoolomgeving ook de norm te zijn. Een beweegvriendelijke schoolomgeving bestaat uit drie componenten, namelijk: hardware, software en orgware. De hardware betreft de fysieke schoolomgeving en is een randvoorwaarde om te kunnen spelen en sporten op school (Kenniscentrum Sport & Bewegen, 2021). In het ge[1]val van een school gaat het om het schoolplein. Maar om kinderen in be[1]weging te krijgen is meer nodig dan alleen een goed ingericht schoolplein
Denk bijvoorbeeld aan georganiseerd aanbod en ondersteuning (software) (Kenniscentrum Sport & Bewegen, 2021; Lucassen et al., 2020). In het geval van het schoolplein gaat het dan om buitenlessen of actieve pauzes. Maar ook het beheer, de organisatie en samenwerking op school (orgware) zijn van groot belang om een beweegvriendelijke schoolomgeving te creëren (Kenniscentrum Sport & Bewegen, 2021).
Het schoolplein zou diverse mogelijkheden moeten bieden om leren, bewegen, sporten en spelen tijdens en na schooltijd te stimuleren. De mogelijke functies van het schoolplein kunnen elkaar versterken, als zij met elkaar verbonden worden en uiteindelijk allemaal bijdragen aan een gezonde, actieve, sociale en duurzame leef[1]stijl. Meer richting geven aan de inrichting en het gebruik van een schoolplein onder en na school[1]tijd kan scholen helpen om het schoolplein optimaal te benutten.